IJskelder kasteel ingericht als vleermuizenreservaat


Met de goedkeuring van de eigenaar restaureerde Natuurpunt kern Rondom Burreken de ijskelder van het kasteel te Schorisse en richtte hem in als vleermuizenreservaat.

Van buiten gezien lijkt een ijskelder op een uit de kluiten gewassen molshoop – een aarden heuvel dus. Binnenin de heuvel is een ruimte met bakstenen uitgewerkt. Deze heeft de vorm van een ei en je kan er via een trap in afdalen. Bovenop de bakstenen mantel is een dikke laag aarde aangebracht, waarop bomen groeien. De aarde en de bomen zorgen ervoor dat zelfs in de heetste zomers de koelte binnenin de kelder bewaard blijft. Toen de kasteelheren het kasteel bewoonden bestonden er nog geen koelkasten. Daarom maakten ze deze kelder. In de zomer legden ze stukken ijs in hun provisiekast, om fruit en groenten beter te bewaren of om andere levensmiddelen koel te houden.

Koelkasten hebben ondertussen de rol van ijskelders overgenomen. Toch hebben de ijskelders hun nut niet verloren. Binnenin is het donker, rustig, geen tocht, er heerst een constante temperatuur die in de winter niet daalt onder het vriespunt en er is een hoge vochtigheidsgraad (80 tot 100%). Kortom, een ideale overwinteringsplaats voor vleermuizen. ‘s Zomers leven die meestal in kerken, kastelen, grote gebouwen of op zolders van huizen. Maar in de winter vertoeven ze graag in kelders.

In de winterperiode overwinteren enkele vleermuizen (baardvleermuizen) en vele spinnen in gaatjes en kieren van de ijskelder. Vleermuizen zoals de dwergvleermuis en de watervleermuis zijn twee soorten die bij ons voorkomen en in kelders en grotten overwinteren. De dwergvleermuis is onze meest algemene vleermuis. Zij komt vaak voor rond huizen en gebouwen. De watervleermuis is meer gebonden aan grotere water partijen. Met de grote vijver die in het kasteeldomein ligt hoeft het geen verwondering dat we deze soort ook kunnen aantreffen in de ijskelder. Ook de gewone grootoorvleermuis en de franjestaart komen voor in de wijde omgeving van het kasteel en kunnen in kelders overwinteren.

De ingang van de kelder ligt langs de kant van de straat. Door een soort sas komt men de kelder binnen. Dit sas belet dat de koude lucht, of in de zomer warme lucht, de kelder binnenkomt. Nu is het sas langs de buitenkant dichtgemaakt met een deur en langs de binnenkant van een paneel voorzien. Vleermuizen kunnen dit sas gebruiken in de tussenseizoenen. Dit sas is namelijk noodzakelijk omdat bij het binnenkomen de koude lucht niet zou kunnen binnenstromen. De vochtigheid van de kelder zet zich namelijk ook op de dieren af en de koude luchtstroom zou hen doen bevriezen.

De ijskelder werd in november 2015 heringericht om nog beter dienst te doen als vleermuizenreservaat.
Op aangeven van Natuurpunt installeerde het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen een nieuwe deur aan de uitgang. Zo kan de temperatuur beter onder controle blijven in de winter. Tegelijkertijd werd ook een nieuwe tussendeur geplaatst met een gepaste invliegopening. Deze opening ligt op een andere hoogte dan de buitendeur om tocht te voorkomen in de ijskelder. In de ijskelder zelf is ook isolatie aangebracht in het vulgat zodat er geen grote temperatuurschommelingen meer optreden. Er werden stenen met holtes aangebracht op de gladde wand zodat de vleermuizen zich makkelijker kunnen vasthechten. Op de bodem zijn stenen en dakpannen gelegd waarin niet alleen vleermuizen maar ook andere overwinterende dieren zoals amfibieën zich kunnen verstoppen.

Ook de buitenzijde van het gebouw is niet vergeten: het buitenmetselwerk werd hersteld met kalkmortel. Zo blijft dit historisch erfgoed intact.